Euthanasie in uw omgeving:
wat is uw verhaal?

Onze oproep om uw verhalen rondom euthanasie in uw directe omgeving te delen, leverde binnen de kortste keren 148 reacties op. U heeft indrukwekkende verhalen aangeleverd die getuigen van betrokkenheid, warmte en van dankbaarheid over de manier waarop aan naasten ondanks vaak trieste omstandigheden een waardige oplossing kon worden geboden. De NVVE heeft de verhalen inmiddels gedeeld met de SGP, die op zoek was naar reacties om zodoende een vollediger beeld te krijgen van de huidige toepassing van euthanasie in Nederland. Wij hopen dat deze verhalen daartoe bijdragen.

Hartelijk dank voor uw medewerking.


Ingezonden brieven

Geachte Tweede Kamerleden,

Vijf jaar geleden is mijn man overleden .
Na de diagnose longkanker heeft mijn man gelijk aangegeven aan de huisarts om uiteindelijk voor euthanasie te willen gaan.
De huisarts heeft volle medewerking gegeven.
Twee dagen voor de euthanasie bedankte mijn man, ondanks de verwardheid door de morfine, de huisarts en ze drukte mekaar de hand.
Ik zag dat de huisarts behoorlijk aangeslagen en met tranen in de ogen ons huis verliet.
Ik ben die huisarts dankbaar en ik hoop dat als ik eraan toe ben dat er dan ook een huisarts is met zoveel begrip.

Lia,

Geachte Tweede Kamerleden,

Onderwerp: Een positieve ervaring met euthanasie

Geachte heren,

Nu u op uw website oproept negatieve ervaringen rondom euthanasie te delen voel ik de behoefte om er een positieve ervaring tegenover te zetten zodat u zich hopelijk een evenwichtiger beeld kan vormen over dit onderwerp.
Niets in dit leven is zwart of wit, ook de verhalen over euthanasie niet.

Allereerst wil ik u zeggen dat een beslissing om actief een einde aan je leven te laten maken – actieve euthanasie met hulp van een arts- absoluut geen gemakkelijke beslissing is.

Mijn moeder heeft in al 1997 een euthanasie verklaring opgesteld toen ze nog gezond was en de dood ver weg leek.
Met haar man en ons kinderen en de huisarts sprak ze over de mogelijkheid om te mogen stoppen met leven als leven lijden wordt.
Ze heeft haar grens een paar keer verlegd- ook door de gesprekken die ze met de huisarts voerde.
Wij waren van haar wens op de hoogte en gunden haar van harte een rustige dood.

Toen ze uiteindelijk totaal aan bed gebonden was en ondanks de ingestelde medicatie nog veel pijn had was voor haar het moment gekomen.
De huisarts is in die dagen regelmatig langs geweest om te praten met moeder en zich ervan te verzekeren dat de wens om te sterven ook consistent was. De huisarts was overtuigd van de legitimiteit van moeders wens en liet een SCEN- arts komen. Bij dat gesprek ben ik zelf kort aanwezig geweest. De enige keer dat ik mijn moeder heb zien huilen was toen deze arts haar vertelde dat ze “groen licht ” kreeg. Ze was zo opgelucht.
We hebben nog een drietal dagen afscheid kunnen nemen, kinderen en kleinkinderen. We hebben haar op haar eigen bed gelegd met zicht op de tuin waar ze zo van hield. Kinderen en schoonkinderen waren om haar heen. We zongen liedjes uit de Vrije Jeugdkerk waar ze zich altijd verbonden mee heeft gevoeld : Er staat een linde in mijn hof, Eilaas wat doet zij daar? Zij wil mijn smert vertroosten….we bekeken wat oude videobanden met daarop mijn vader.
De huisarts was er op de afgesproken tijd en vroeg bij iedere handeling aan moeder: is dit wat u wilt? Mijn moeder zei overtuigd Ja en sliep vredig in. Ja, het was een emotionele gebeurtenis voor iedereen, ook voor de huisarts die mijn moeder al zo lang begeleidde, maar wij waren allemaal blij dat er een einde aan het lijden was gekomen.

Ik vind het een groot goed dat we in Nederland de keuze hebben – niemand wordt gedwongen een einde aan zijn of haar leven te maken. Wie gewetensbezwaren heeft mag gewoon wachten op de dood en de Verlossing.

Ik begrijp niet dat u andersdenkenden de mogelijkheid wilt ontnemen om wèl voor actieve euthanasie te kiezen.

Leest u vooral de positieve verhalen over dit moeilijke onderwerp – en nogmaals: wat uw God u verbiedt daar mag u naar te handelen, maar wie zich niet herkent in uw God wil graag de vrijheid om naar eigen wil en wens te kunnen handelen.

Ik wens u veel wijsheid en een meevoelend hart toe,

Met vriendelijke groeten,

Elselot Wefers Bettink
Voorburg

Elselot Wefers Bettink, Voorburg

Geachte Tweede Kamerleden,

Toen wij geen hulp kregen voor euthanasie van onze huisarts heeft mijn man onder begeleiding van een counselor van de Einder het heft in eigen handen genomen.Hij leed aan Alzheimer; huisarts kon verzoek niet invoelen. Hij voldeed aan de euthanasie regels. Zie documentaire NCRV, Humanistisch Verbond, NVVE ” Voor ik het vergeet” uit 2008.

Afgezien van het feit dat mijn mans diepste wens vervuld werd, hebben wij het beleefd als de meest mooie manier van sterven! Wij hadden alle tijd van de wereld. Alles , ons gehele leven samen , geevalueerd; rustig afscheid genomen van elkaar, de kinderen, de overige familie, onze goede vrienden.j
Zijn overlijden vonden wij een vredige mooie gebeurtenis. Hoewel ons verdriet groot was, kijken wij terug op de verantwoorde, rustige, bevredigende manier van sterven van mijn man. Dit heeft naderhand een grote, goede betekenis voor ons allen gekregen. Wij zijn dankbaar dat het zo is gegaan.

In de hoop de positieve kant van euthanasie aan u te laten zien,
Hoogachtend,

Marjan van Eerde – van Doorn
Dublinstraat 177
2713HW Zoetermeer
079 3166192
marjanveerde@tiscali.nl

M. van eerde – van Doorn, Zoetermeer

Geachte Tweede Kamerleden,

Hierbij wil ik u erg graag laten weten hoe belangrijk ik het zelf beschikkings- recht op het eigen overlijden vind.
Ik heb nl 2 lijnrecht tegenover elkaar ervaringen rond de dood van mijn ouders.
Toen ik 24 jaar jong was werd mijn moeder ernstig, en naar later bleek, ongeneeslijk ziek.
De kanker die haar teisterde was een snelle en pijnlijke moordenaar, maar helaas niet snel genoeg om mijn moeder te laten lijden, te laten stikken, en langzaam te wurgen tot ze benauwd en angstig doodging, ons, haar man en 7 kinderen vertwijfelt en vooral getraumatiseerd achterlatend. Het was 1976 en over euthanasie en ziekte en dood werd nog niet gesproken en vooral heel mysterieus over gedaan. Het heeft mij jaren gekost voor ik deze ervaring heb kunnen verwerken.
En die verwerking kwam, 16 jaar later toen mijn vader ook ernstig en ongeneeslijk ziek werd.
Vanaf het begin was er openheid in de gesprekken met de artsen, gaf mijn vader zelf aan waar voor hem de kwaliteit van leven en de pijn die hij had niet meer gelijke tred hielden.
Hij besprak open met zijn toenmalige vrouw, zijn kinderen en vooral de arts, hoe hij zijn leven wilde beëindigen en hoe hij zijn eigen dood wilde inzetten.
Wij, de 7 kinderen, stonden hem zo goed en zoveel mogelijk bij, hielden de wacht s’nachts en steunde mijn vader en zijn vrouw zo goed het kon.
Toen kwam de dag, we waren er allemaal, het was prachtig weer, mijn vader lag in de koele kamer en wij zaten in de tuin en gingen om de beurt naar mijn vader toe. Er werd gelachen en gehuild en afscheid genomen.
De dokter kwam, samen met zijn vrouw nam mijn vader zijn verlossende medicatie en gleed vredig en rustig de dood in.

Het was toen dat ik de dood van mijn moeder kon verwerken.

Mijn oproep aan u allen in de 2e kamer is, stem aub voor de verruiming van de euthanasie wet. Die wordt respectvol en zorgvuldig toegepast en is een humane manier van overlijden voor wie dit wil.

Ik wens u een gezond en vreugdevol leven en een humane dood toe als het zover is.

Vriendelijke groeten,
Marijke

Marijke, Amsterdam

Geachte Tweede Kamerleden,

Graag deel ik hierbij mijn ervaring met mijn 93 jaar oude moeder die in februari géén euthanasie werd verleend omdat ze wilsonbekwaam zou zijn en eind januari juist antibiotica ontving ter genezing longontsteking omdat ze wèl wilsbekwaam zou zijn. (Vanwege behandelverbod had ze tegen dochter gezegd: “ik hoop dat ik nu dood kan/mag gaan, dus geen medicijnen; tegen arts zei ze “monter”: dood? Iedereen wil toch leven.)

Moeder heeft haar kinderen reeds meer dan tien jaar geleden gewezen op NVVE en wilsverklaringen tbv euthanasie ondertekend en steeds vernieuwd, laatste 2016. Huisarts baseerde zich in januari op psychogeriatrisch rapport ziekenhuis van aug. 2016 waarin stond dat haar situatie tav vasculair dementie en alzheimer behoorlijk verslechterd was maar dat ze nog wilsbekwaam was.

In december vroeg/schreeuwde ze wekenlang om de dood. Volgens VPT-team zou ze moeten verhuizen naar nieuw woonzorgcentrum met gesloten afdeling. In huidige zorgcentrum bezorgde ze andere bewoners teveel last.
Moeder vroeg haar dochter haar “dood” te maken en omdat het kennelijk het enige was wat ze wilde/eiste (in haar euthanasieverklaring staat o.a. dat ze niet naar verpleeghuis wilde), heeft dochter met moeder’s instemming de levenseindekliniek ingeschakeld. Nadat morfinepleisters plus extra pijnstillers en kalmerende middelen waren ingezet, werd ze kalmer maar meer “verward” en haar “keeping up appearances” houding kwam weer terug. Tegen anderen zei ze desgevraagd “Het moet maar”…
Nog eind januari vroeg ze waarom het toch zolang moest duren en toen ik telefonisch navraag deed bij levenseindekliniek schreeuwde ze opnieuw dat ze nu dood wilde; ze wilde haar echter niet telefonisch te woord staan.
3 februari kwam arts levenseindekliniek. Moeder was in goede doen (keeping up appearances) en arts concludeerde al snel dat het “tien over twaalf” was: moeder niet meer wilsbekwaam. Dossier gesloten en dochter schaamt zich dus “dood”….

Nu zit moeder in gesloten afdeling met 7/8 personen in huiskamer en mooie eigen kamer met privé douche/WC deel, keukenunit etc. Ze zit nooit in eigen kamer; slaapt er alleen of soms visite daar. Ze “kopieert” gedrag anderen en gaat “meeschreeuwen” als een ander schreeuwt. Ze moppert dat anderen niets zeggen, maar ze zegt zelf ook niet veel meer. Gelukkig slaapt ze heel veel. Ze is soms wat tegendraads (haar vroegere sterke wil “laat me mijn eigen gang maar gaan) maar wel altijd heel dankbaar voor lieve hulpen en kinderen die haar b.v. af en toe meenemen, maar ze is gauw angstig. Kortom “het moet maar” maar ze is niet happy en kinderen raken soms depressief als ze er vandaan komen.
Enige verbetering zou zijn soort één op één behandeling, die uiteraard veel te kostbaar is. Een hulp per acht personen erbij is dus niet voldoende. Het huis staat goed bekend, er zijn aardig wat vrijwilligers (petje af hoe je daar zonder depressief te worden, kunt werken).

Uiteraard zijn de kinderen en anderen na elk bezoek ook over hun eigen toekomst ongerust. Ik hoop dat we ervan overtuigd kunnen zijn dat hulpverleners nooit met opzet iemand willen doden tenzij zij overtuigd zijn dat dit hun absolute wil is/was! Ook eventuele financiele voor- of nadelen voor de maatschappij zullen hier voor hulpverleners m.i. geen rol bij spelen.

Ingrid Vonk
(Dochter)
Evt. Tel 06-10591570

Vonk, Zeist

Geachte Tweede Kamerleden,

Na de diagnose ALS was voor mijn man de mogelijkheid van euthanasie en de bereidheid van zijn arts om daaraan mee te werken een absolute veiligstelling. Mijn echtgenoot en ik bespraken regelmatig hoe we tegenover euthanasie stonden en deelden dezelfde opvatting. Nu was mijn man niet bereid om heel lang te lijden voorspelde hij en waren mijn grenzen ruimer. Toen. In ons gezonde leven.
We bespraken het onderwerp met humor, maar in alle ernst. We wisten feilloos hoe we ertegenover stonden. Ik kan dit nu zeggen omdat we geconfronteerd werden met het inlossen van ons geloof.

Van geloof naar veiligstelling. Want dat is het: je voelt je veilig gesteld in de wetenschap dat als het zover is, je niet in de steek gelaten wordt om daar waar voor jou de grens ligt van jouw leven (want hoe is kwaliteit van leven te definiëren) ook de grens te trekken.
Die veiligstelling was belangrijk. De ziekte moest zijn loop nemen, er werd geleefd, nog gelachen, genoten en het denkproces over het einde was permanent gaande, een afwegingsproces, een bijna met verwondering aanschouwen hoe het lichaam hem letterlijk stukje bij beetje in de steek liet. Wanneer was het juiste moment, op welk moment wogen de fysieke beperkingen en de angst om te stikken of te verdrinken zwaarder dan het leven waarin nog altijd iets te genieten was, en waarin liefde en humor de hoofdrol speelden. Een proces wat zich op alle dimensies van het bestaan afspeelt. Grenzen werden verlegd en opgerekt.
Als het om ziekte gaat: wanneer ben je dan “klaar”met leven. Maar is het niet eerder “klaar”met het lijden.
Mijn man was verbaasd hoe lang hij bleek door te willen leven, hoe gehecht hij aan het leven bleek te zijn ondanks zijn nuchterheid over de dood. Maar het was de gehechtheid aan zijn dierbaren die hem het meest vasthielden. Uiteindelijk werd het voornemen tot euthanasie na een kleine 2 jaar ten uitvoer gebracht. Ingeboet aan kwaliteit van leven zoals u zich niet kunt voorstellen en was de grens van zijn waardigheid bereikt. Het was genoeg, het was klaar en de dood werd een verlossing. Een proces, groots en niet lichtzinnig omdat dat per definitie onmogelijk is.

Omdat we het goed hadden besproken was het niet meer een onderwerp wat tussen ons “bedicussieerd”hoefde te worden. In alle opzichten was het uitsluitend aan hem om te oordelen wat voor hem aanvaardbaar was. Hij hoefde geen verantwoording af te leggen. De enige die de eigen grens bepaalt, het leven opgeeft en – geloof-me- daartoe innerlijk alles moet afwegen op alle dimensies en met alle pijn en verdriet die hem dat doet was hijzelf.
In dit hele proces heb ik gezien hoe belangrijk vertrouwen was; vertrouwen dat hij geholpen zou worden. Want dat was het “GEHOLPEN”. Anders had hij zelf iets moeten bedenken om niet een afschuwelijke dood te sterven.
Een verhaal uit de praktijk, waar actief afscheid van het leven en afscheid van de liefde werd vervuld met een besef van eindigheid van het leven,een groot geloof in zelfbeschikking maar met een evenzo groot geloof in het leven zelf.

Het feit dat we levensverlenging toestaan vereist bijna dat we zullen moeten nadenken waar onze grenzen liggen ongeacht of we de grens feitelijk zullen trekken en wetende dat deze rekbaar is. Je weet dát er grenzen zijn maar nog niet wát de grenzen zijn. Geen mens zal lichtzinnig besluiten tot beëindiging van het leven, want als mens heb je niets anders dan het leven. Menszijn = leven; elke ademtocht = leven. Om daar bij volle bewustzijn “nee”tegen te zeggen is van de allerhoogste orde. Als het besluit ten uitvoer wordt gebracht is er al fors ingeboet op de kwaliteit van leven, verzeker ik u. Ook in de gevallen waarin het lijden niet altijd zichtbaar is.

De keuze voor euthanasie is niet het afwijzen van het leven, maar nee zeggen tegen verder lijden aan het leven op welke manier dan ook.

Vera Slockers, Amsterdam

Geachte Tweede Kamerleden,

Er is mij, ons, gevraagd om U, leden van de Tweede Kamer, een bericht te sturen, met onze, mijn, positieve ervaringen met euthanasie.
U hebt er al velen gekregen, van allerlei mensen, die hun positieve ervaring hebben geschreven, zeer pakkende ervaringen, zo pakkend dat ik het mijn er niet aan wil toevoegen, maar, Geachte Leden van De Tweede Kamer, leest U die pakkende ervaring nog eens, en nog eens, dan moet het U toch duidelijk zijn waarom wij gewone mensen gebruik moeten kunnen maken, dat U het mogelijk maakt dat de regels voor euthanasie vooral voor demente mensen, zo geregeld wordt dat het niet zo mag zijn dat als zij bij nog volledige bekwaamheid afgegeven verklaring, deze verklaring ineens niet meer geldt als zij dat zelf niet meer kunnen, en helaas, het tegengestelde komt nu wel voor, en zij willen rust, willen in vrede afscheid nemen van hun leven.

Piet Verver, Driebergen

Geachte Tweede Kamerleden,

Ik ben het ten ene malen ONEENS met het standpunt van de SGP.
En wel omdat ik { wij, want mijn vrouw denkt er net zo over als ik } vind dat ikzelf de beschikking mag en kan hebben over mijn eigen leven. Ik vind dat politieke partijen zich bezig moeten houden met zaken die onpersoonlijk zijn. Over het begin en het einde van het leven, daarover wil ik zelf, uiteraard met inachtneming van de absoluut nodige zorgvuldigheid, willen beslissen.
Wij hebben beiden een Euthanasieverklaring geschreven, ondertekend en bij de huisarts neergelegd en ook duidelijk met hem besproken. Ik hoop dat wanneer het zover is dat hij/ zij ook daadwerkelijk zal helpen om onze wens te respecteren.

Herman Verheijen, Oostrum

Geachte Tweede Kamerleden,

mijn echtgenote was door meerdere oncologen en internisten opgegeven van wege een zwaar uitgezaaide kanker.Plastisch uitgedrukt zij haar geanacoloog-oncoloog “mevrouw ik heb niets meer voor u in de snoepzak”.
Daar ga je dan mee naar huis. Pijnstillers en afwachten maar, veel verdriet. Totdat de huisarts zei: Mevrouw ik laat U nooit in de steek, als U vindt dat het moment daar is zal ik er zijn. Dit gaf zoveel rust dat mijn echtgenote 3 jaar geleden vredig is gestorven. Hulde aan de huisarts die de moed heeft om ten allen tijde er te zijn voor zijn patienten, terwijl ik weet dat hij er weken lang niet slecht van heeft geslapen.

Laurens van Eck, Oldenzaal

Geachte Tweede Kamerleden,

Hallo, mijn naam is W.den Hartog 20-04-1938, ik was 49 jaar samen met mijn vrouw Johanna Boelhouwers, 06-01-1938, toen wij in Februari 2011, in het ziekenhuis waar mijn vrouw haar laatste onderzoeken gehad had over haar vergevorderde longkanker, deze nare ziekte was begonnen in 2006, hebben wij samen deze zelfde dag 18 Februari 2011, in samen spraak met het ziekenhuis om middags om 14.00 uur, aan de ene kant een slaap pomp aan leggen en aan de andere kant een morfine pomp en deze pomp regelmatig een standje hoger te zetten, mijn vrouw ging onmiddellijk slapen en om half acht dezelfde dag overleed , goed beschouwd was dit ook euthanasie maar ik ben het ziekenhuis nog steeds dankbaar voor deze hulp. Als de wereld zou weten wat mijn vrouw had te verduren gedurende haar ziekte periode, dan is er niemand die het hier mee oneens zou zijn.
Hier de lijdensweg van mijn vrouw, in 2006, 3 maal een volledige chemo kuur van ongeveer 6 weken per keer, daarna 30 bestralingen in de Daniel de Hoed kliniek, gedurende deze bestralingen is er iets fout gegaan in de afstelling van de lampen, er waren 2 wervels in haar rug geraakt( de derde en vierde van boven en deze waren volledig zwart, mijn vrouw was in lengt 1.64 meter en op het eind van haar leven 1.55 meter, maar dit was niet het ergste, de vijf jaren dat de kanker weg bleef, heeft zei in helse pijnen geleefd, deze pijnen werd onderdrukt door 2 morfine pleisters, die op het laatst 300 gr waren en het slikken van iedere dag 4 x 2 paracetamol/codeïne pillen, nadat de kanker in 2011 terug gekomen was, heeft zei ook nogmaals chemo geprobeerd, zonder resultaat, waarna wij mijn vrouw en ik de rest van de familie die ook aanwezig was besloten om tot deze beslissing te komen. Ik zou ten alle tijden voor dezelfde weg hebben gekozen en ben daarvoor voor een wet die dit mogelijk kan maken voor iedereen die in Nederland woont, zonder dat daardoor de wet wordt overschreden.
Wil den Hartog

wil den hartog, Rotterdam